
Les idee 8: Hoe vrouwonvriendelijk was heksenvervolging?
Heksenvervolging tijdens de middeleeuwen
Lesdoelen
- De leerlingen verklaren het ontstaan van mythevorming rond de heksenvervolging.
- De leerlingen situeren het begrip heksenvervolging in tijd en ruimte.
- De leerlingen halen uit bronnen antwoorden op historische vragen.
- De leerlingen verklaren de begrippen: contrareformatie, heksenvervolging, intellectualisme en seksisme aan de hand van bronteksten en filmfragmenten.
Onderwijsdoelen
8.4De leerlingen evalueren de presentatie, de context, de betrouwbaarheid, de representativiteit en de bruikbaarheid van historische bronnen in het licht van een historische vraag.
8.5De leerlingen onderscheiden informatie in historische bronnen met inbegrip van gelijkenissen en verschillen hierin tussen historische bronnen, in het licht van een historische vraag en rekening houdend met reflectie over die bronnen.
8.6De leerlingen vullen op beargumenteerde wijze historische beeldvorming aan vanuit een historische vraag en aan de hand van historische bronnen.
8.7De leerlingen beoordelen historische beeldvorming met behulp van dimensies van het referentiekader en aan de hand van historische redeneerwijzen.
8.10De leerlingen analyseren betekenissen die vandaag gegeven worden aan historische fenomenen uit de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd.
Opstart:
Fragment van Schooltv over heksenvervolging:
Aanbieden/verwerven:
Situering in tijd en ruimte
Mythevorming tegengaan: niet een zuiver vrouwelijk probleem.
Contrareformatie: macht van de kerk terug groter maken.
Anti-intellectualisme: slimme personen in vraag stellen.
Niet in de middeleeuwen, veel later in Europa.
Hoe verliep zo'n heksenproces?


Welke rol speelde de kerk hierin?
Welke straffen zijn er mogelijk?
Uitbreiding: De vuurproef
"Heksen zouden blijven drijven, gewone mensen zouden naar de bodem zinken." Naast deze manier om te ontdekken of iemand in zijn vrije tijd magie beoefende, hadden de middeleeuwers nog heel wat andere manieren om zaken te bewijzen. Een goed voorbeeld hiervan is de vuurproef. Als iemand overtuigd was van zijn onschuld kon deze vragen om een gloeiende ijzeren staaf vast te houden. Als God ook overtuigd was van zijn onschuld, zou Hij ervoor zorgen dat de persoon zijn hand niet verbrand.
Een voorbeeld van de vuurproef zien we in het schilderij van Dirk Bouts (De gerechtigheid van keizer Otto, 1468). In het eerste paneel (De marteldood van de onschuldige) zien we dat een graaf onthoofd wordt als straf. Zijn vrouw neemt het hoofd aan en beloofd om zijn onschuld te bewijzen.
In het tweede paneel (de vuurproef) zien we zijn vrouw opnieuw, nu een gloeiende ijzeren staaf vasthoudend. Ze kan deze zonder moeite en pijn vasthouden, wat het onschuld van haar man bewijst. In de achtergrond van het werk zien we de echte schuldige op de brandstapel.
